Lessenreeks (Voor de docenten - saai!) :)

25 juni 2018

Lessenreeks Jana Sanskriti
Kennismaken met theater en theater maken
Lessen van 3 uur voor 20 kinderen tussen 5-15 jaar


Les 1 
Kennismaken en samenwerken

Om 15:00 geven we les aan 25 meisjes en 2 jongens tussen de 5-15 jaar. Het is superleuk. In het begin zijn ze aftastend maar wel lief en nieuwsgierig. Wat leden van JS vertalen soms voor ons. We beginnen met namen rondje (onmogelijke namen hier, man man man). We doen:

Voorstellen.

In een kring keken we naar alle verwachtingvolle blikken die wij ook deelden. We stelden onszelf voor door onze hand op de borst te leggen en te zeggen: “Ama nam Lisa, ama nam Celestine,” vervolgens keken we naar de gene rechts van Celestine zodat ze zou weten dat het haar beurt was om de naam te zeggen. 
Dit herhaalden we drie keer, zodat we zeker wisten dat iedereen elkaars naam had gehoord en onze ook. 

Namen spel met de bal

De groep liep door elkaar na de uitleg van het spel. We zorgden ervoor dat ze heel de ruimte van het podiumpje gebruikten om genoeg ruimte te geven aan iedereen. 

1. De eerste bal kwam in het spel. Lisa, Puja. Puja zou hem vangen en doorgeven met het noemen van de volgende naam. Vervolgens komen er nog twee ballen bij (jongleerballen). 

2. Echo put
We doen daarna beweging nadoen in de kring op muziek. Een van ons begint de beweging, de ander moet het exact kopiëren. We geven de leiding van de bewegingen de kring door. Elke deelnemer in de groep heeft komt aan de beurt door een beweging te indiceren. Zodra we laten zien dat het een serieuze zaak is, is er geen angst meer. Gene was er soms, maar vaak kwamen er ideeën genoeg voor de bewegingen. We spraken ze moed in door te zeggen dat we wisten dat ze goed konden bewegen in de danslessen. 
Deze oefening werd uiteindelijk vergroot naar emoties en bewegingen. Welke beweging hoort bij welke emotie en andersom?

3. Wie is de leider:
Dit spel werkt super goed! Alle moeders die aan de kant zitten lachen om het spel en kijken actief mee. De kinderen genieten van de aandacht en vinden het leuk om het spel moeilijker te maken. Ze corrigeren elkaar graag. Voor ons lijkt dit op schreeuwen, maar eigenlijk zijn ze erg betrokken. Ook als ze de overhand nemen en de les zelf gaan regisseren.

4. Vormen 
We gaan daarna in 2 teams vormen maken… het spelelement werkt goed: ze willen graag winnen en kijken uit naar de puntentelling. Om teleurstelling te voorkomen, kennen we ze liever allebei een punt toe. De puntentelling hangt af van de kwaliteit van de vorm. 

6. Fantasy animal
Terug in de kring. We maken hierna groepjes van 4 door 1-4 te tellen. De groepjes moeten een monster of dier maken als groep. Dit is in het begin lastig voor ze. Ze durven niet zo te spelen of doen het een beetje half maar hebben wel lol. Lisa springt in om het ijs te breken. 
Elk fantasiedier heeft een geluid, een beweging en een manier van lopen.

7. Ontmoeten
We laten na een korte water pauze de kinderen een ontmoeting tussen de monsters aan elkaar presenteren. 

8. Nabespreken:
Welk dier zag je? Hoe was de ontmoeting? Waaraan zag je dat?

9. Afsluiten
We sluiten af met samen een stap zetten en handjes kruislings schudden. Wat een super lieve meiden allemaal.

Les 2 
Toneelstuk maken over ‘de kat en de muizen’

We starten in een kring en begroeten iedereen. We vragen hoe het met ze gaat. 
Kamhon achho? Bahlo Acchi!

1. Doorgeven
‘Hee’ doorgeven naar rechts. Als dit goed gaat, iedereen op elkaar wacht en toch op snelheid blijft, beginnen we de oefening met de klap. Regel: de klap is heilig en mag nooit vallen. Deelnemers kijken elkaar in de ogen, en klappen op een tegelijk moment. Vervolgens draait de rechter zich om naar haar rechter buurvrouw om de klap door te geven. Dit gaat zo door op 1 ritme. Geen versnelling. Later kun je oogcontact toevoegen kruislings de kring om van plaats te wisselen. Als de klap maar door gaat.

2. Wie is de leider herhalen.

3. Lopen  
Lopen door de ruimte op een groter oppervlakte: 1 is spring 2 is stop 3 is slow motion 4 is bang.
Letten op reactievermogen en bewustzijn in de ruimte.

4. Anne-maria koekkoek
omgetoverd in kat die slaapt en muisjes die steeds dichterbij komen

5.  Kat en muis
Vervolgens voegen we alle aangeleerde elementen toe met een vleugje emotie.
Lisa is kat, Celestine legt uit. We maken de brug naar de verschillende snelheden die je als muis van de kat goed in de gaten moet hebben. Om het aan te laten spreken op de verbeelding voegen we verhaalelementen toe. We proberen de groep bewust van timing, niveaus en emotie te maken door side-coaching. 

6. Presenteren
 We laten ze in twee groepen naar elkaar kijken en zetten muziek onder de oefening waardoor het meteen spannender wordt. Ter nabespreking vragen we aan het publiek wanneer het spannend was om naar te kijken en waar de groep op moet letten. Elementen als hoog-laag, timing (snel-langzaam) en emotie komen aan bot. Ook was het van belang niet te veel te lachen. Dan werd het ongeloofwaardig. Zogezegd zo gedaan. 

7. Voorstelling bouwen
Als laatst stellen we voor om de oefeningen achter elkaar te plakken voor een kleine ‘voorstelling’. De uitleg proberen we op te delen om het vertalen goed te laten lopen. De voorstelling ‘Cat and Mouse’gaan we stagen door alles achter elkaar te plakken wat we als groep kennen.We doen het op muziek van ‘lillies of the valley’. We oefenen 2x. Het gaat steeds beter.

In een kring sluiten we af met grootse complimenten. 

De kinderen vertrekken blij naar hun huis.

“Bye Lisa! Bye Celestine!”


Tips/feedback Sima, Shotto en Viren:

Eerst oefening voordoen of samen onderdeel van de oefening met de hele groep oefenen voordat je opdracht begint. Emotie en fysiek is dan helder. 

Na elke oefening terug in kring en nabespreken voor rust en reflectie

Na de les kinderen laten terughalen wat ze hebben gedaan/geleerd.

Oefening presenteren op muziek werkt goed.
 

Les 3 
Emotie en beeld


1. Kinderen druppelen binnen. Om de tijd te doden tijdens het wachten op ieders komst, herhalen we wie is de leider.
Met een voorwerp in 2 minuten zoveel mogelijk verschillende dingen maken: we doen de oefening 2x met elk team en gebruiken fles, bezem, mango, slipper. Oefening gaat steeds beter. Creativiteit gaat aan.

2. Kringgesprek: Wat is er nodig voor theater/ wat zie je bij theater? Waarop vele antwoorden kwamen: Verhaal, kostuum, grime, licht, conflict, beweging, dans, muziek, verschillende rollen (dat niet iedereen hetzelfde doet) en emotie. Kort gaan we op elk element in. Waarom is het belangrijk? Wat zijn de kwaliteiten? Omdat we de les aan emotie wilden besteden, pikten we die eruit als een goed idee. “Emotie? Goeie! Zullen we die is verder onderzoeken?” Instemmend knikten alle kinderen. 

3. Verdieping
Welke emoties zijn er allemaal? Hoe zien die eruit? We laten een paar kinderen het voordoen. We vragen het publiek wat kenmerkend is aan het uiterlijk vertoon van de emotie. De kinderen noemen lichaamshouding, gezichtsuitdrukking, stemgeluid en snelheid in beweging. Met deze kennis gingen we proberen dit in beeld te brengen door eerst neutraal door de ruimte te lopen en in een freeze als de genoemde emotie te veranderen als ik klap. 
Om de kinderen uit te dagen bleven we steeds oefenen tot dat het maximum bereikt leek te zijn. Vervolgens lieten we een paar standbeelden zien door de rest van de groep ernaar te laten kijken. We noemden de kwaliteiten op en we vroegen wat voor verhaal het in hun opriep. Hele verhalen en verhoudingen kwamen uit alle kokers tevoorschijn. 
 

Vragen tijdens de oefening:

·     Hoe zie je dat de emotie is uitgebeeld? Gezicht/lichaam?

·     Wat vertelt dit beeld? / Wat zou het verhaal van dit beeld kunnen zijn? 

·     Waaraan zie je dat?

Vragen in kring na de oefening:

·     Wat is belangrijk bij het maken van een beeld? Waar moet je op letten?

4. Kopie challenge! 

In 2 teams beelden maken. Team 1 mag niet kijken en draait zich om terwijl team 2 een situatie uitbeeldt in een tableau. Team 1 mag 10 sec kijken en krijgt daarna 20 seconden om het beeld precies na te doen en situatie te raden. Team 2 mag als het beeld af is het verbeteren. 

Situaties: 

·     Markt waar het opeens begint te regenen

·     De (beste) eindpose van een dansvoorstelling

·     Bollywood ster die is omringd door de pers en fans. Dit laatste beeld tegelijkertijd met de 2 teams laten uitbeelden als een soort wedstrijd: wij benoemen de beste en waarom. Laat allebei de teams winnen met een andere kwaliteit: team 1 had een goede concentratie in het beeld, uitgesproken mimiek en …. team 2 was goed in verschillende rollen en hoogte verschillen waardoor het beeld een interessante dynamiek kreeg. 


In kring nabespreken: hoe maak je een situatie duidelijk? Wat is goed om te gebruiken? Wat vond je een mooi beeld en waarom? (Emotie, hoog-laag, open naar publiek.)

5. Maakopdracht 
Vanaf de kring geven we ieder een nummer 1-5. 5 groepjes moeten een beeld maken van een situatie in 3 minuten.  Let op mimiek, lichaamshouding en verschillende rollen.

Bij ieder beeld nagesprek: 

·     Welke emotie zie je in het gezicht?

·     Welke emotie zie je in het lichaam?

·     Kun je raden wat het verhaal is achter dit plaatje? 

·     Daarna vraag aan de makers: welk verhaal hebben jullie geprobeerd uit te beelden

·     Welke rollen hebben jullie ingezet en waarom?
 

6.  Samen verhaal maken. 
Lisa en ik houden een laken omhoog als een soort theatergordijn en laten Patryusha ervoor staan en een verhaal vertellen. Ze vertelt over haar reis in de trein. Elke keer als ze in haar handen klapt moet een van de groepjes een beeld maken van het verhaal. Eerst groep 1 dan 2, 3, 4 en 5. Als een carrousel schuift het door. 

We bespreken na; wat maakt de plaatjes mooi of duidelijk? Hoog-laag, emotie, niet allemaal hetzelfde doen(!) maar naar elkaar kijken en op elkaar reageren, open naar publiek. 

We doen de oefening nog eens met nieuwe verteller om de feedback meteen toe te passen. We zien inderdaad betere beelden ontstaan.

In kring vragen: wat hebben jullie vandaag geleerd? Vonden jullie het leuk? We bedanken en sluiten af in een kring door op elkaars rug te wrijven/kloppen.

- Wat werkt? Kinderen zelf op antwoorden laten komen. Voorkennis activeren. Oefeningen met korte bogen waardoor ze actief blijven.

- Wat werkt niet? Te lange uitleg. Gebruik eigen spelen/lichaam met uitleg. Te lange uitleg laten vertalen-> korte stukken steeds laten vertalen werkt beter.
 

Les 4 
Werken vanuit verbeelding


Beginnen in een kring. Herhalen wat we gisteren hebben gedaan en wat we vandaag gaan doen.

1. Politie, maffia en de munt.
Al doende uitleggen in de kring. Hoe staat de agent? Later in het spel ook uitleggen dat je ook kan doen alsof je de munt hebt. Munt móét om de 10 seconden doorgegeven worden. Het spel moet in stilte. Je kan het tempo opvoeren van loopsnelheid en eventueel spannende muziek toevoegen (James Bond achtig) in stilte ook spanning en concentratie. Later in het spel 2 munten voegen.

2. Bespreken in kring: we willen een stuk maken. Hebben jullie ideeën? Ideeën opschrijven. Wij dachten zelf aan het thema dromen. Hebben jullie wel eens dromen? Waarover?
Na brainstorm: we gaan oefeningen doen om theater te oefenen voor het stuk. 


3. Twee rijen maken tegenover elkaar. Een ontmoeting spelen vanuit intentie waarbij je daarna van plek en intentie wisselt. A speelt bijvoorbeeld hoog, en B laag in het lichaam. Als ze elkaar ontmoeten in het midden, draaien ze om elkaar heen op een theatrale manier. In de draai transformeren ze naar de ander en lopen achteruit naar de tegenovergestelde plek waar ze vandaan kwamen.
Ontmoeting vanuit hoog-laag, ontmoeting vanuit bepaalde emotie. Ook af en toe naar een van de duo’s kijken en nabespreken en als voorbeeld gebruiken. 
Oogcontact houden tijdens de oefening is belangrijk. 
Wat er gebeurde is dat er in plaats van spannende situaties ontstonden, de ontmoetingen zo snel mogelijk afgehandeld werden. We oefenden dit een paar keer om uiteindelijk de kwaliteit te vinden die we zochten in de oefening.
Wat hiel waren meerdere voorbeelden.
Ik speelde het eerst voor met Lisa en vervolgens met de acteur van JS Sayatoda. Hierna deden ze het een stuk beter.


4. Spel met 2 leiders. 
Twee groepen met 1 leider lopen in de ruimte. Als voorbeeld zijn Lisa en ik allebei de eerste leider. Het is de bedoeling, net als bij ‘wie is de leider’ dat de groep exact hetzelfde doet als de leider. Let erop dat je niet voordringt, zelf initiatief neemt of de leider kwijtraakt. Als leider is het belangrijk dat je bewegingen maakt die de groep kan volgen. Niet te snel dus. Verander af en toe van leider, niet te veel gillen, uitleggen dat het spannend is om juist afstand te nemen in de ruimte en te improviseren met verschillende geluiden. 
Wat gebeurde is dat er te veel interactie was. 
Toevoegingen: Wat ik als idee toevoegde was dat de twee groepen elkaar niet konden zien. Ze waren in twee verschillende ruimtes. Als ik in mijn handen zou klappen, zouden ze elkaar pas kunnen zien. 
Dit gaf de opdracht adem en in de abstractie een dynamiek.
Je kan er ook muziek onder zetten. Soms leidt het af. Kies de muziek dus zorgvuldig uit. Instrumentaal heeft mijn voorkeur met een niet al te hard volume. Het gevolg is dat er dansende bewegingen ontstaan. Wissel af in muziek en coach op de theatraliteit.

Nabespreken in kring met voordoen: wat maakt een goeie groep? 
Samenwerken: achter leider staan, oogcontact. Na nabespreken nog een keer doen.

5. De geleide fantasie
Vanuit slapen op de vloer op muziek [vanuit ideeën uit eerste brainstorm] 

·     Je slaapt en wordt wakker en de wereld is van chocolade. Je eet en eet tot je misselijk op bed gaat liggen en weer gaat slapen.

·     Je slaapt en wordt wakker en je krijgt jeuk en het stopt weer, het jeukt en het stopt weer. Je wordt wakker Vol verbazing kijk je omhoog: feeën strooien kennelijk poeder over je heen die jeukt maar daardoor kan je opeens vliegen. Langzaam stijgen je ledematen op. Je valt vanaf heel hoog opeens op bed en slaapt weer.

·     Je hoort iets engs, waar komt het vandaan, je wordt banger en banger. Opeens komt moeder binnen: wat doe je nou? Je moet slapen! Je wil vertellen dat je iets hoorde. Moeder zegt ik was het maar, ga maar slapen.

6. Nabespreken in kring: wat was het een leuke oefening? Waarom? Wat was het leukst? Wat hebben jullie vandaag geleerd? Emotie, beweging, fantasie gebruiken.
Wat kan er nog verbeteren en wat hebben we nodig?

“Samenwerken.” Okee, dan gaan we daar morgen meer tijd aan besteden. 

- Wat werkt wel:Uitleggen door te doen of uit te beelden- niet ze veel of te lang te praten. Vragen wat ze nog nodig hebben, wat ze denken en voelen bij opdrachten. Ze behandelen als volwassenen.

- Wat werkt niet:zeggen wat ze niet moeten doen werkt minder goed als concreet zeggen wat ze wel moeten doen.

Les 5 
Samenwerken en zelf scenes maken


Beginnen in kring. Weten jullie nog wat we gisteren hebben gedaan? Hebben jullie vannacht gedroomd? We gaan theateroefeningen doen en scenes maken vandaag. Zullen we beginnen?

1. Moordenaartje met de knipoog. 
Moordenaar wordt snel geraden doordat kinderen te snel hun hand op hun keel leggen. Eerst 10 seconden wachten voordat je ‘doodgaat’. Je moet blijven bewegen. Handopsteken en in oor van spelleider fluisteren wie er moordenaar is. Als je praat tijdens de oefening ben je ook dood (deze sanctie duidelijk stellen voor concentratie en focus?) Spieken voorkomen: met ruggen richting binnenkant kring en op iemands rug tikken om het spieken te voorkomen. 

2. Hangcirkel 
Ga naast iemand staan naast wie je gisteren niet hebt gestaan. (veel commotie. Hou vol.) Polsen vasthouden. Tegelijkertijd naar achteren leunen. Omdraaien tegelijkertijd naar voren leunen. Deze oefening gaat heel moeilijk! Goed voordoen helpt in duo. Volgende keer beter in kleinere groepen. Nabespreken: waarom is de oefening zo moeilijk? Wat hebben jullie nodig om dit in een keer goed te doen? Vanuit kring uitleg volgende oefening.


3. De trap.
Deze oefening is voor samenwerken en vertrouwen. 
Laat de groep in een kring staan (geen ei), schouder aan schouder. Dan een kwartslag naar recht en een pas naar binnen. Let goed op dat de kring intact blijft. Je kan zien aan de kwaliteit van de kleine kring in het midden welke mensen wel en welke mensen niet goed in de kring worden opgenomen. Waar een hoek zit, wordt er iemand uitgedrukt of durft diegene niet dichtbij de ander te staan. 
Iedereen handen op de schouders van degene voor je. Op 3 gaan jullie allemaal zitten. 
1, 2, 3.
De eerste keer gaat altijd mis. 
Doe het minstens 5 keer om verbeteringen aan te brengen. 
Uiteindelijk zit iedereen op elkaar schoot, kun je de handen in de lucht houden en zwaaien voor 10 seconden. Op 10 weer staan. 
Soms durven spelers niet bij elkaar op schoot te zitten en blijven dus in een gespannen houding door hun knieën gezakt staan. Let hier goed op. Ook zij moeten zich overgeven. 
Bespreek na wat goed ging en wat niet goed ging in ene kring.
Ze wilden het per se nog een keer doen om te laten zien dat ze het echt goed konden doen. Ik zei hen dat we morgen weer een kans hadden.
 

Nabespreken in kring: 

·      Wie vindt de oefening makkelijk: steek je hand op. Waarom?

·      Wie vond de oefening moeilijk: steek je hand op. Waarom?

·      Wat heb je nodig om deze oefening goed te laten gaan? àconcentratie, vertrouwen.



3. Vallen en vangen. 
Oefen eerst het vallen op een eigen plek in de ruimte. In 10 seconden van hoofd naar schouders, rug, handen los, knieen, hoofd nog steeds zwaarst, en leg jezelf neer. Kom weer precies zo overeind alsof je de film terugspoelt ook in de gewenste secondes. Herhaal dit in verschillende tijden. 1- 10, 1-5, 1-3. Les er op dat het hoofd als eerste daalt en als laatste stijgt. 
Jullie lopen als groep door de ruimte. Plots valt iemand in slaap. (vallen in 10 seconden) De andere moeten zo snel mogelijk deze persoon ondersteunen en recht zetten. Oefening is wat lastig. Kinderen gehaast en hardhandig met elkaar. Later op muziek: kijken naar publiek toegevoegd en dat je niet altijd hoeft te helpen of dat er meer tegelijk mogen vallen. We doen deze oefening in 2 groepen en laten ze elkaar tips geven: wat werkt goed, wat werkt niet goed? Door herhaling en aanpassingen ontstaan er vaardigheden die de oefening er beter uit laat zien.

4. Maakopdracht na de pauze. Vanaf kring iedereen een nummer. In 4 groepen scene maken die 1 minuut duurt. 2 over slechte droom andere 2 over goede droom. --> 10 minuten maken en dan presenteren.

Scenes zijn er realistisch, te lang met veel praten. Volgende keer: scene op muziek laten maken zonder tekst. Duidelijk maken tijdens de uitleg dat de scene niet te lang mag duren. Een timer zetten tijdens het laatste moment van oefenen. 

-Wat werkte wel: elke oefening nabespreken. Concrete aanwijzingen geven. Voorbeeld duidelijk en goed uitvoeren voordat je oefening begint. Oefening in 2 groepen doen en steeds iemand erbij laten komen. Vragen wat je van deze oefening leert en waarom dat belangrijk zou zijn bij theater maken. Voor de les uitleggen wat we vandaag gaan doen (doel voor de groep helder hebben).

-Wat werkte niet:Ze naast iemand laten staan naast wie ze normaal niet staan – met een truc dit doen i.p.v. concreet aan ze vragen? (moeilijk om ze met iemand te laten werken naast wie ze normaal niet werken, wel belangrijk voor de groepsdynamiek. Belangrijk om dit soort oefeningen vol te houden). In groeps-leun-opdracht: eerst in duo’s oefenen, dan met helft van de groep dan met hele groep. In ‘val oefening’ ook eerst in groepjes vallen en ondersteunen goed oefenen. 

Les 6
Herhalen en samenvoegen


1. In kring herhalen wat we gisteren hebben gedaan. Er is een nieuwe leerling bij. We vragen de leerlingen om haar bij te praten. En leggen uit dat we vandaag spellen gaan herhalen en andere oefeningen gaan doen die ons helpen bij het leren spelen en die we kunnen gebruiken in ons stuk. We gaan eerst opwarmen als echte artiesten/acteurs.

2. Basis w-up lichaam losmaken: hoofd, schouders, heupen, knieën, voeten. Gezicht: groot, klein maken en kauwgom kauwen en basishouding. 

3. Loskloppen
In duo’s: vooroverhangen en de ander klopt met kommetjes op rug. Daarna met vingers op rug omhooglopen tot als laatst het hoofd omhoog is. Lichaam rechtzetten en ‘lichaam afvegen’.

4. Herhalen Trap
In kring schouder aan schouder staan, dan allemaal een kwartslag naar rechts met handen op elkaars schouders. Paar pogingen om tegelijkertijd -op 1 2 3- te gaan zitten. Extra stap: als iedereen zit handen omhoog.


5. Spiegelen 

Maak duo’s door 2 rijen met altijd iemand tegenover je. Vanuit 2 rijen uitleg met voorbeeld van eerste duo terwijl anderen kijken. Spiegel oefening. Zo precies mogelijk. Dan doen ze de oefening zelf op een eigen plekje door de ruimte. De oefening is eerst in stilte en later op sitar muziek. 
Na een tijdje wisselen van leider. Stap 2: laat iedereen stilstaan waar hij staat en kijken naar een duo die het door de ruimte heen gaan doen. Neem dan nog een duo om het erdoorheen voor te doen dat de spiegel oefening door elkaar heen kan. Dan oefening in 2 groepen doen- om ze er ook zelf naar te laten kijken. Coachen op hoog-laag, emotie, afstand-nabijheid.

Daarna in kring nabespreken: 

·      Wat vonden jullie van de oefening? Was het fijn om te doen?

·      Als je een koppel een compliment zou moeten geven wie zouden dat dan zijn en waarom?

·      Wat vond je mooi om te zien? Wat werkte er?
 

6. Een spel als theaterscene
Vanuit kring uitleg.
Drie man nodig: maken beeld van bed. Dia (5 jaar oud) als slaapster in bed. ‘Anne-Maria koekkoek’ spelen maar dan met ‘monsters uit dromen’ en de slaapster die steeds als ze haar ogen opendoet de monsters laat bevriezen. Vanuit het beeld volgt de uitleg. 
Dia werkt beter vanaf een bed op de grond/ later hoger op tafel. Spelers vanaf achter het publiek laten opkomen. Dat is spannend!
Coachen op hoog-laag, expressie, kijken naar publiek, gebruik van ruimte (ook de ruimte achter vullen), beeld openen voor publiek om Dia heen. Patryusha voegt trommel ritme toe om Dia te helpen met timing qua kijken. Als de monsters om Dia heen staan, klaar om aan te vallen, wordt ze voor de laatste keer wakker en roept ze BOE! In het Bengaals. Dia laat alle monsters schrikken en die vallen op de grond, verspreid in de ruimte, zo klein mogelijk. Een bolletje mens.

7. Uitbouwen
Vanaf hier bouwen we het verhaal uit. We leggen de verhaallijn uit en bouwen ter plekken verder. We leggen het stap voor stap uit en spelen het dan uit. We wijzen bepaalde spelers aan om iets te zeggen waarna de spelers het kunnen uitspelen. Het is letterlijk genomen vanuit hun ideeën en de geleide fantasie uit les 4 dus ze pakken het snel op. 

         Scene verloop:

De droom begint: gebaseerd op “Annemaria koekkoek”. Slaapster is ‘spelleider’ spelers zijn monsters uit nachtmerrie en komen op vanuit de hoek achter publiek en omsingelen Dia’s bed in monster pose.

Dia zegt: BOE!


Allen vallen door de ruimte op de grond van angst in kleine bolletjes.

Dia zegt: Ik weet niet wat ik moet dromen.

Een van de meiden antwoordt: Als ik droom, droom ik dat de wereld van chocola is.

- dit wordt vervolgens op muziek door iedereen uitgespeeld-

Weer een ander zegt: Of als ik droom, droom ik dat er allemaal feeën in mijn kamer zijn!

- dit wordt door iedereen uitgespeeld-

De enige jongen zegt dan: Als ik droom, droom ik van zombies!

- spelers doen zombie na in richting van publiek en komen steeds dichterbij-

Een van de meiden zegt: Zombies zijn stom! Een ander zegt: Echt niet! Zombies zijn cool. – hierna komt er een discussie op die Dia tot halt moet roepen door heel hard MONDEN DICHT! te roepen. 

(Tekst is in Bengaals uiteraard)

We spelen het een keer al uitlegende door. Daarna nemen we zittend in een kring alles stap voor stap door. Elke leerling mag één stap uitleggen. De teksten worden door de mensen die het moeten zeggen gezegd. Een soort Italiaantje. Voordat we het helemaal achter elkaar gaan spelen is het tijd voor een pauze. Na de pauze doen we concentratieoefening door in kring handen vast te houden en in stilte samen in en uit te ademen. Na het zien van het geheel delen we veel complimenten uit en sluiten af met kloppen op elkaars rug.

We moeten nog coachen op: 

-      Elkaar aanvoelen [wanneer stop je tegelijkertijd als zombies?]

-      Hoog-laag [als groep- voor mensen laag, achter mensen hoog]

-      De tijd nemen om iets uit te spelen in details (groot) en verstaanbaar te zeggen (richting publiek)

-      Hoe bouw je een discussie op in spel? Uitspelen. Elke zin moet gehoord worden.

-Wat werkte wel?Herhalen wat je vorige les hebt gedaan. Elke oefening nabespreken en zelf laten benoemen wat er beter kan en al goed was. Leerlingen elkaar laten complimenteren. Verschillende manieren van nabespreken uitproberen. Steeds terugkomen in een kring voor rust. Al doende of met voorbeeld iets uitleggen. Als leerlingen heel druk zijn juist zacht praten en uitleggen.

-Wat werkte niet? Lange stukken achter elkaar uitleggen, hoe enthousiast je ook bent (en P daardoor lang achter elkaar laten vertalen). 

Nagesprek met Pratyusha:

Ze kan ons niet goed tips en tops geven op onze lessen omdat ze vindt dat wat we doen een wisselwerking is tussen ons en de kinderen. Ze kan ons er dus niet geheel aansprakelijk voor stellen wat er gebeurt. Ze wil ons werk niet beoordelen omdat het een proces is. Ze legde uit dat zij vindt dat wat we doen veel verder gaat dan praktische didactische trucjes gebruiken: we geven de kinderen persoonlijke aandacht als mens (niet als docent)door dat contact met ze aan te gaan en ze aan te voelen werk je met ze samen en ben je in gezamenlijk proces. Ze vindt dat we dit heel goed doen door ze te zien, te horen en hierop in te spelen.

Toch vragen we haar hoe zij zelf omgaat met bijvoorbeeld agressie (een meisje had een ander meisje in de les net geslagen en er waren tranen- wat is dan de juiste manier van handelen) of als de kinderen in het publiek door een scene heen praten. Ze legde uit dat zij als docent de verantwoordelijkheid voor het oplossen voor problemen compleet bij de kinderen legt. Ze moeten als groep elkaars gedrag accepteren en dragen. Ze heeft ooit in het verleden wel eens lessen gestopt als er ruzie was of geen vooruitgang waarna de leerlingen in gesprek gingen om het met elkaar op te lossen en daarna excuses aan te bieden aan haar. P is van mening dat je leerlingen niet moet zeggen dat ze iets niet moeten doen maar ze blijven wijzen op het gewenste gedrag en dat ze daar met elkaar verantwoordelijkheid voor dragen.

De kinderen komen hier uit zulke andere situaties. Slaan is voor kinderen hier heel anders dan voor ons. Het wordt hier ‘at the drop of a hat’ gedaan. Ook door een scene heen praten is hier niet per se onbeleefd. Het is niet zo bedoeld in ieder geval. Voordat je dus boos wordt op dit gedrag moet je leerlingen eerst laten beseffen wat het effect kan zijn van het gedrag op de ander. Als dit besef is ingedaald en er wordt expres pijn gedaan kun je nadenken over zelf een keer flink door het lint gaan (gespeeld als acteur) om ze te laten schrikken en in te laten zien hoe bizar het gedrag is wat ze vertonen. P is meer van dit soort methodieken dan van het opleggen van restricties. Ze denkt dat deze kinderen dan ook niet meer komen. Je moet je als docent beseffen dat ze met je willen werken maar dat hun gedrag, karakter, achtergrond ze soms in de weg zit.Je moet ze laten zien dat je ze accepteert voor wie ze zijn en samen probeert te werken en om dit te doen het goede klimaat moet creëren met elkaar. Door af en toe boos te worden toon je dat jij (als mens/docent/begeleider) ook emoties hebt en een grens hebt- net als zij, en net als zij als groep.
 

Les 7
Aanvoelen, precisie en herhalen

1.    Zoals elke ochtend beginnen we in een kring en vragen of ze willen herhalen wat we gisteren hebben gedaan. Dat resulteert in het herhalen van de volgorde van het stuk waarbij steeds een kind elke stap uitlegt en de kinderen die tekst hebben hun eigen zin zeggen. Soort Italiaantje.

2.    We herhalen de trap. De oefening gaat al beter.
 

3.    Stop en loop 
We leggen uit dat de volgende oefening heel belangrijk is en gaat over het aanvoelen van elkaar op de vloer. Het is een uitdaging voor de hele groep. Het is de loop door elkaar en stop/loop tegelijkertijd zonder het af te spreken. We doen het eerst een paar keer met oefenen waarbij ik in m’n handen klap om stoppen/lopen aan te geven. Ik vraag als test ook een paar keer of ze hun ogen willen sluiten als ze gestopt zijn en vraag ze of ze weten waar bepaalde kinderen/spullen in de ruimte staan om te checken of ze wel gefocust zijn.
 

4.   Details
 We lopen het stuk door en stoppen steeds om details aan te leren. Ze hebben moeite met iets uitspelen en in detail tonen. Het helpt om voor te spelen of de kinderen concrete fysieke aanwijzingen te geven. Ze hebben moeite om te focussen.
 

5. Doorloop
  We spelen 2x voor proefpubliek. De focus lijkt een beetje vervlogen omdat de scenes beetje afgeraffeld worden en er geen concentratie is samen op de vloer.
 

6.    Wat nu?
We houden een korte pauze, veranderen van omgeving omdat er mensen in het auditorium moeten repeteren en verplaatsen naar buiten. Van 18 naar 39 graden. We doen een brainstorm ronde over hoe het stuk verder zou moeten verlopen. Hoe eindigt het? We laten ze eerst even voor zichzelf denken en daarna doen we een deelronde waarbij de regel is dat je iemand laat uitpraten en niet meteen een idee afkraakt. Wat moeten we verzinnen als groep om dit te laten werken? We besluiten met elkaar om een hand op te steken als iemand wat wil zeggen. De kinderen komen met een aantal voorstellen, waaronder ‘de Tuin’. 
Lisa en ik wilden per se dat iedereen een aandeel had in het stuk. Daarom leek het ons belangrijk echt in te gaan op elk idee en te kijken wat voor scenes we daarvan konden maken tijdens de deelronde. 
Een meisje die wat ouder was en zich moeilijk kon verbinden met de groep, kwam met het idee van de tuin. Ze pushte iedereen dit een goed idee te vinden. Nu dit belangrijk voor haar leek, besloten we verder te denken op de Tuin als volgende scene. 
Iemand anders zei ook dat er een kidnapping in moest komen en een tovenaar. 
Zogezegd, zo gedaan.
 

7.    Uitleggen wat we morgen gaan doen, welke kleren er nodig zijn voor de uitvoering. Afronden met op elkaars rug kloppen.

Waar moeten we nog aan werken:

·      Precisie van een handelingen choco- feeënscene uitspelen

·      Bewustzijn van ruimte op de vloer (geen grote lege plekken op midden en voor toneel)

·      Hoog-laag ruimte gebruik: kinderen voor werken vanuit laag kinderen op achter toneel werken vanuit hoog

·      Misschien de kinderen in 2 groepen naar elkaar laten kijken?

·      Dia handelingen geven

·      Zombies laag om view niet te blokkeren. 

·      Reactievermogen, bewustzijn van het publiek.

-Wat werkte wel:Voorspelen. Concrete fysieke handelingen geven. Actief tijdens de scenes side-coachen of mee doen. Benoemen wat wél goed wordt gedaan. Als je ziet dat een paar kinderen het heel goed doen, hen eruit pikken en samen aan de groep voor laten spelen. De groep hun verantwoordelijkheid geven voor een goede concentratie en een vriendelijke sfeer. Ze hun ideeën helemaal laten uitleggen om de belangrijkheid voor ons naar hen aan te geven. 

-Wat werkte niet:Te veel docenten tegelijk aan het woord om tips te geven. Benoemen wat niet goed gaat als je ook kan benoemen wat er wel goed wordt gedaan [of iets verwoorden als ‘niet’- ‘beter: ‘deze oefening werkt het beste in stilte’ of ‘ik hoor mensen praten’ i.p.v. ‘nietpraten’. Omdat je niet weet hoe het letterlijk vertaald wordt, ben je afhankelijk van de intonatie van de vertaler.

 
Les 8
Details, ruimte en herhalen

We beginnen de les in een kring met delen wat we hebben gedaan gisteren. Het resulteert weer in een klein Italiaantje waar bij de kinderen om en om stap voor stap het verloop van de voorstelling. We leggen uit dat het gisteren heel goed ging maar dat er nog winst valt te halen bij twee dingen:

-       Details (alles langzaam en heel precies uitspelen. Hoe groot is het, waar ruikt het naar, welk materiaal, hoe zwaar?)

-       Ruimte (vul de ruimte met elkaar op als groep! Wees je altijd bewust van jouw positie t.o.v. de ander

We laten de kinderen de punten herhalen en zelf formuleren.

1.    De knoop oefening. Leerlingen in een kring met handen vast. Ze moeten een knoop maken en dan weer uit elkaar. Je kan ze ook allemaal elkaars handen vast laten houden zodat de knoop ingewikkelder wordt. 

2.    Detail oefening. Je zit in een kring en laat alle kinderen een specifieke handeling van de chocolade droom kiezen. Als elk kind heeft uitgesproken welke handeling ze gaan uitvoeren (zorg er dus voor dat niemand dezelfde handeling heeft) laat je ze het gezamenlijk uitspelen terwijl jij als docent de kinderen er doorheen praat. Zelfde methode als geleide fantasie. Actieve side coaching- je kan sommige kinderen ook aansturen op de vloer terwijl je blijft doorpraten. [Hoe zwaar is het voorwerp, hoe voelt het- is het zacht of ribbelig of glibberig? Bestudeer het voorwerp. Proef het heel voorzichtig. Hoe smaakt het? Zoet, zuur, zout? Laat in je gezicht zien hoe het smaakt. Toon dit ook aan het publiek]

3.    Ruimte oefening. Vraag de kinderen hoe ze er samen voor kunnen zorgen dat de ruimte altijd door iemand is gevuld. Ze moeten zelf met manieren komen om dit voor elkaar te krijgen. Oefenen met rondlopen.

4.    Doorloop hele eerste deel voorstelling. Daarna korte pauze.

5.  Tuin
 We gebruiken de pauze om met de kinderen die toch beetje rondhangen wat dingen/beelden uit te proberen en vormen met de kinderen die er zijn. We maken een ‘levende trap’ van een paar meiden en vormen het hek van de ‘droom tuin’ van 2 andere meiden. Inmiddels is de pauze voorbij en beginnen we gewoon met het beeld doorbouwen met de kinderen die binnendruppelen. 
We maken het beeld van een magische tuin waarbij de meiden de geluiden van de tuin maken en de bloemen en bomen vormen. Vanuit dit beeld kunnen we gaan spelen en het aan de rest van het stuk plakken. 

6.    We oefenen eerst het begin van de ‘goede droom’ met de trap en de ‘droom tuin’. Daarna praten we de groep door het deel met de heks heen. We oefenen dat de heks leidt eerst met 5 kinderen en dan komen steeds meer kinderen van de groep erbij. Dan doen we het meteen als geheel.

7.    We lopen het stuk 2x door met proefpubliek. 

         Scene verloop- deel 2

Dia roept MONDEN DICHT!

Twee meiden beginnen gesprek: Dit is geen leuke droom voor Dia. We moeten een mooie droom voor haar maken!Alle andere kinderen antwoorden bevestigend en komen in een kring bij elkaar om een plan te smeden. 

Iedereen gaat af. Drie meiden maken een levende trap Dia komt behulp van twee meiden van het bed de trap af. 

De begeleiders klappen 2 keer in hun handen en dan verschijnt de tuin met alle geluiden.

Als de muziek [Lillies of the Valley] aangaat stopt iedereen in een beeld  in een freeze en komt ‘de heks’ op. Dia, als enige nog bewegend rent als een geschrokken vlinder naar de zijkant verstopt zich in de hoek waar ze vol verwachting kijkt naar het schouwspel. De heks heeft magische krachten en kan de groep leiden met haar handen. Zo wordt de groep heen en weer en op en neer bewogen. 

Als de groep door de heks in de hoek wordt gedreven komt Dia opeens naar voren en drijft haar met een duw beweging het toneel af. Alsof ze ook magische handen heeft. 
De groep reageert verbaasd op het moment dat ze de moed verzamelt als enige naar voren te stappen. Een klein meisje die de heks verdrijft! 

Iedereen is blij maar de kleine Dia valt van alle inspanning in slaap. Een van oudere meiden pakt haar op en legt haar in bed, stopt haar in bed en zegt welterusten. Ze wenkt de andere meiden om zachtjes de kamer uit te slapen waar alle meiden eerst vandaan kwamen.

Dia blijft alleen in bed op toneel tot het licht uit gaat. 

8.  Nabespreken, Titel, posters.
  Na de doorloop bespreken we beneden in de kring na. We laten de meiden eerst voor zichzelf met ogen dicht bepalen waar er verbetering te vinden was en wat erg goed ging voor zichzelf. Daarna gaan we de kring af met een deelronde waarbij wij eventueel dingen kunnen aanvullen voor het stuk in het algemeen. We laten de kinderen ook een titel en groepsnaam bedenken. Hier waren ze erg enthousiast over. Ze voelden zich eigenaar van het stuk. We laten ze overleggen wie een poster gaat maken.

9.    We sluiten af door weer op elkaars rug te wrijven, iedereen aan te kijken en goed gedaan te zeggen.

Om 15:00 komen de kinderen terug om met z’n allen aan de posters voor het stuk te oefenen. Veel kunnen goed tekenen en schilderen. De kinderen die hun tekst willen oefenen konden met mij en P de tekst en het ruimtegebruik oefenen tot ze zich zeker voelden over de positie en hun aandeel in het stuk. Een vragenuurtje met doorloopmogelijkheden zogezegd. 

Verbeterpunten voor laatste repetitie:

-       Focus in blikrichting (op Dia in de tuin, als Dia de heks ‘vermoordt’, )

-       Ruimte vullen met fantasie droom stukjes- 1 moet op voorvloer blijven

-       Niet allemaal tegelijk maar om de beurt wakker worden

-       Heks oefenen met nabijheid van de groep en grootsheid in beweging

-       Iemand aan Dia koppelen om te helpen op bed klimmen en in te fluisteren

-       Dia die slaapt op het einde uitspelen! Focus en reactie van de kinderen hierop.

Wat werkte wel?Alles uit de kinderen laten komen! Oplossingen zoeken, met ideeën komen- vraag alles aan de kinderen. Ze komen samen overal uit en hebben geniale ideeën.

Wat werkte niet?De knoop oefening met ogen dicht, handen vooruit en een hand pakken (te abstract? Zeker als er geen vertaling is.)


Les 9
Doorlopen en loslaten


We hebben vandaag kort de tijd dus de vraag van vandaag is: wat is nog handig om mee te geven zo’n laatste repetitie? Een moeilijke kwestie voor een docent. Te veel feedback is niet handig en vermoeiend, je kan beter alles vanaf het positieve benaderen. Maar hoe doe je dat als een scene gewoon echt niet goed gaat? We besluiten om de les te beginnen zonder oefening gewoon hup, erin. In een keer starten.

1. We starten in een kring en lopen het stuk door en noemen per onderdeel de verbeterpunten in de hoop dat het beklijft.
 

2. We spelen het stuk een keer maar roepen nog vanaf de zijlijn en springen soms op de vloer om te helpen.

3. We noemen wat goed ging en wat aandacht nodig heeft en doen het nog eens. Deze keer met onderbreken als het niet goed gaat en stukken die aandacht nodig hebben spelen we nog eens. We leren de kinderen wat te doen ná de voorstelling. Het buigen- opkomen in een rij- applaudisseren naar techniek, elkaar en de docenten.

4. De 4ekeer besluiten we om het stuk nog een keer door te lopen zonder ook maar iets te roepen van de zijlijn. Dat blijkt een slimme zet want dan zie je hoeveel er opeens fout gaat als je niet side-coacht of met je handen of gezicht vanaf het publiek nog aanwijzingen geeft. Het is super lastig om niet in te grijpen! (Wel heb ik alles aangetekend om ze dit later terug te geven als daar behoefte naar is.) Zelfs aan de kinderen niet stil zijn aan het begin is het moeilijk om ze er niet bij te roepen maar ze zelf de verantwoordelijkheid te geven om de voorwaarde van stilte samen te waarborgen. Meestal corrigeren ze elkaar. 

5. We doen daarna nabespreken in een kring. We leggen uit dat we de laatste keer expres niks gezegd hebben om te kijken hoe dat gaat. Het ging super goed maar jullie hadden ook wat slordigheidsfoutjes (wat ook goed is, voor de generale repetitie). Uit de waslijst richtten we ons op een aantal punten die overkoepelend leken.  Anders wordt het te veel. De dingen waar we feedback op hebben proberen we ook meteen uit te spelen of oefenen. Heel kort en bondig. Alleen een beweging oefenen of een positie oefenen. 

We merken dat de energie op is dus ronden gezamenlijk af en vragen alleen nog apart een van de kinderen om nog een stukje te oefenen.

-Wat werkt wel?Voorstelling een keer spelen zonder in te grijpen vanaf de zijlijn. Volgende keer moeten we dit ook aankondigen bij de groep zodat ze als groep gaan opletten omdat ze weten dat wij vanaf nu ‘niet meer helpen’ en het echt ‘hun voorstelling’ is. Feedback meteen oefenen- anders wordt het zo’n lange abstracte waslijst. Kinderen de feedback per onderdeel laten herhalen/zelf formuleren. Uitleggen waarom iets verbeterd wordt: de reden erachter. Geef leerlingen concrete fysieke feedback maar pas wel op dat je hun eigenheid niet wegneemt. Aan de andere kant: in dit late stadium mensen aanwijzen om bepaalde feedback te waarborgen, aanvoelen is nu te laat- als de kinderen na zoveel oefenen het nog steeds niet doen zoals je wil moet je bepaalde leerlingen aanwijzen om het te doen gekoppeld aan de fysieke handeling die erbij hoort.
 

-Wat werkt niet?Te veel feedback geven in een kring. Te veel verbeterpunten noemen: vooral ook benoemen wat goed ging of mooi was. We geven nu veel commentaar op de groep- we mogen vaker een leerling in het bijzonder complimenteren op mooi spel. 

Les 10. Voor de voorstelling “Shubhu Ratri” (Goede nacht)

In India hebben voorstellingen een veel minder formele setting. Tijdens de voorstelling wordt vaak nog overlegd met technicus, gaan mobieltjes af en nemen mensen ook daadwerkelijk hun telefoon op. Toen wij met de kinderen naar de theaterzaal gingen om samen in de concentratie te komen en de toi’tjes uit de delen kwamen er ondertussen al ouders binnen. Wij vonden dat nogal ongebruikelijk maar hier in India was het zelfs zo dat leerlingen (ook met dansvoorstellingen) met hun ouders naar optredens kijken en dan vanaf het publiek op het podium komen zodra ze op moeten. Ik persoonlijk werd er kriegel van en het voelde als een inbreuk op de privacy van het net geboren theatergezelschap. De drempel tussen theater en werkelijkheid is veel minder groot. De sfeer is informeel en wat er op toneel gebeurt geen heilige gebeurtenis die opperste concentratie en stilte verlangt.

Omdat wij graag wilde dat de kinderen niet door hun ouders werden afgeleid, in concentratie kwamen én bovenal om de geheime opkomst vanaf de zijkant een verrassing te houden besloten we om met de kinderen op het dak te staan bij de geheime ingang. Omdat dit hun eerste theatervoorstelling was, waren ze door het dolle heen. Ondertussen werd er binnen een praatje werd gehouden over de nieuwe take-away keuken en wat korte sketches werden gespeeld van de workshop groep van jongeren en JS-acteurs die week. Het was een vrij lange tijd voor die kinderen om buiten in spanning te wachten voordat ze op mochten. 

Ik deed een ademhalingsoefening en een call-and-response stemoefening. Deze oefening werkte goed omdat het met de hele groep was. We probeerden daarna in een kring tot 10 te tellen maar de spanning lag te hoog en het geluid dat uit de zaal kwam was vrij hard en afleidend. We besloten dat het misschien nog wel het meest rustgevend was voor de kinderen als ze inderdaad rustig naar binnen gingen om de sketches te bekijken of gewoon op het dak gingen zitten en wachten. We lieten ze elkaar wel in een kring elkaar aankijken en succes wensen en vervolgens iedereen elkaar laten omarmen.
 

De voorstelling was een succes. Ik deed het licht en Lisa het geluid.
Gelukkig bleef de stroom aanstaan. 


Het was een goeie zet om met de kinderen het buigen te oefenen. Het gaf een mooie professionele uitstraling. Na de speeches van Sanjoy en P. komen we in een kring en wrijven we allemaal weer op elkaars ruggen zoals we elke les afsloten.

Het publiek en vooral de ouders waren even verbaasd als trots op hun kinderen. Het was voor het eerst dat ze hen in deze hoedanigheid op het toneel zagen. 
We kregen veel waardering en bedankjes van teammembers, ouders en belangstellenden.
Ook tijdens het dankwoord heeft de Artistiek Leider Sanjoy ons bedankt voor het werk.

Dat betekende ook voor mij en Lisa een hoop.

De kinderen kregen een lekkernij om op te peuzelen thuis en gingen vol enthousiasme en adrenaline naar huis. 

We waren blij en trots op de diverse groep (5-15 jr) die voor het eerst kennis had gemaakt met het spel van theater. Ze waren zo goed, dat ze in het oog van een ander theatermaker zijn gevallen. Hij wil graag met ze verder werken aan een nieuw stuk.
De vraag is of de ouders daar ook mee instemmen… 

In de keuken stond ons een heerlijke maaltijd te wachten vanuit de ‘Kitchen Garden’. 
Ook nu nog, twee weken later hangen de tekeningen en posters van de voorstelling nog steeds door het gebouw verspreid. Ze herinneren ons aan een prachtige week. 
 

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s

2 Reacties

  1. Daniela:
    1 juli 2018
    👍🏽
  2. Anita Talma:
    3 juli 2018
    Wow, leuk om zo een beetje mee te ‘kijken’ ! Petje af voor je verslagen van al die activiteiten! Geniet er nog van!